Nationaal Park Oosterschelde

Na de Watersnoodramp van 1953 werd besloten de Oosterschelde af te sluiten van de zee. Vrij kort voordat deze plannen concreet werden, begon men echter in te zien dat door de afdamming en bedijking een uniek natuurgebied verloren dreigde te gaan. Daarom nam men het ambitieuze besluit de Oosterscheldekering te bouwen. Deze waterkering heeft schuiven die bij zeer harde wind en/of springvloed gesloten worden, maar bij rustig weer gewoon eb en vloed hun gang laten gaan. Hierdoor is de Oosterschelde nu nog steeds een prachtig natuurgebied. In 2002 is de Oosterschelde uitgeroepen tot Nationaal Park.

Nationaal Park Oosterschelde

In Nederland zijn twintig Nationale Parken. Het is dan ook één van de mooiste en meest waardevolle nattuugebieden van Nederland. Nationaal Park Oosterschelde is een gebied van 35.000 hectare en daarbij het grootste Nationaal Park van Nederland. 

Dankzij de afwisseling van eb en vloed en de aanwezigheid van zout en zoet water leven er duizenden vogels en planten, waaronder lamsoor en zeekraal.

Door de open verbinding met de Noordzee is het twee keer per dag eb en twee keer per dag vloed. Droogvallende zandplaten en slikken zijn belangrijke voedsel- en rustgebieden voor duizenden vogels, waaronder steltlopers en plevieren. Als de zandplaten weer in de golven verdwijnen, gaan de vogels naar de oevers van de Oosterschelde. Daar, achter de dijken, liggen akkers, inlagen en kreekgebieden.

Van veel vissoorten, zoals geep, ansjovis en puitaal, worden de jongen in dit gebied geboren. Inktvissen komen speciaal van de Engelse zuidkust om in de Oosterschelde te paren. Sommige vogelsoorten, zoals de tureluur komen naar het Oosterscheldegebied om er te broeden. Andere verblijven er een korte periode tijdens de trektocht naar het zuiden om daar te overwinteren of naar het noorden om er te broeden.

Ook zeehonden en bruinvissen hebben hun plekje helemaal gevonden in de Oosterschelde. Als de zandplaten zijn drooggevallen liggen de zeehonden er dikwijls te zonnen. De bruinvissen laten regelmatig hun karakteristieke rugvin zien langs de kust van de Oosterschelde.

De Oosterschelde kent een rijk onderwaterleven. Door de heldere waterkwaliteit is het een ideale plaats om te zwemmen en te duiken.  Er vinden elk jaar ruim één miljoen duiken plaats. Op en in de zandige bodem leven brokkelsterren, platvissen, weduwerozen, garnalen, schelpdieren en allerlei soorten wormen. Ook zeepaardjes, sepia’s, en zelfs een soort koraal, dodemansduim, kan je hier tegen komen. Tussen de stenen van de dammen en de dijken leven krabbetjes en kreeften. Kleurige zeeanjelieren, mosselen, zakpijpen en wieren zetten zich vast op de stenen. Ontdek de verschillende duiklocaties.